De inspanningen van onze oprichter Steven Hoogendijk (1698 – 1788) om van de opkomst der medische wetenschap en techniek een praktische verbetering voor de levensstandaard van de Rotterdamse burgers te verwezenlijken gingen verder dan de oprichting van ons Genootschap met zijn pogingen om bemaling met behulp van stoommachines te realiseren.

Hoewel bij de oprichting van het Genootschap – per testament van 3 juni 1769 – was bepaald dat alleen van de rente van de ter beschikking gestelde legaten, totaal ca. fl. 200.000,- [1], gebruik kan worden gemaakt voor activiteiten [2], gold deze beperking natuurlijk niet voor Steven Hoogendijk zelf.

Al vanaf 1742 is bekend dat Steven Hoogendijk zich met de waterstaat van Rotterdam bemoeit door verbeteringen aan de bestaande windmolen voor grachtenbemaling voor te stellen. Deze dan al eeuwen oude bewezen techniek heeft echter een groot nadeel: de afhankelijkheid van wind.

Dat leidt uiteindelijk in 1774 tot de eerste poging om de grachtenbemaling van Rotterdam met een van wind onafhankelijke stoommachine naar het principe van Newcomen uit te proberen die in de Stadskruittoren bij de Oostpoort voor veel geld: fl. 30.000,- was opgesteld.

Deze poging mislukt in 1779 door ontwerpfouten en technische tegenslagen waarna Steven Hoogendijk verdere inspanningen om tot stoombemaling te komen geheel aan zijn vriend Jan Daniël Huichelbos van Liender (1732 – 1809) overlaat die hij daartoe van ruime middelen voorziet en in 1786 ook tot een der Directeuren van het Bataafsch Genootschap benoemt. Die kwijt zich bijzonder goed van zijn taak zoals u o.a. hier kunt lezen.

In dat jaar (1786) wordt na jaren van voorbereiding begonnen met de bouw van het fundament en behuizing van het stoomgemaal naar het principe van James Watt in de polder Blijdorp.

Het is dit fundament dat in 2004 – en al eerder in 1902 – werd opgegraven om het voor het nageslacht archeologisch vast te leggen en welke opgraving de aanleiding vormde voor de herinneringsplakkaten over het “Keezending” in het Randstadrailstation Blijdorp en de herinneringsuitgave: “Het Keezending in de polder Blijdorp, 1787: de eerste stoommachine van James Watt in Nederland” [1].

Op de vier plakkaten (zie onder) komt fraai tot uitdrukking waartoe ‘ons’ stoomgemaal werd gebouwd, door wie, volgens welk vooruitstrevend principe en wat er nu van het fundament is overgebleven.

De naam “Keezending” wordt helaas niet belicht hoewel het de burgers van Rotterdam en ons Genootschap tot eer zou kunnen strekken dat zij voor de komst der Fransen – Bataafsche Republiek 1795-1801 – vooral patriottisch gezind waren. Keezending is dan ook afgeleid van het woord Keezen (de naam voor de Patriotten) en het stoomgemaal was in de ogen van de boeren van de polder Blijdorp het “ding” van de Patriotten van het Bataafsch Genootschap.

Hoewel het Keezending niet direct navolging had -het Nederland van de 18e en begin 19e eeuw was er nog niet klaar voor- heeft deze ontwikkeling uiteindelijk navolging gekregen bij de drooglegging van de Haarlemmermeer in 1852.

[1] Het Keezending in de polder Blijdorp, 2010 R. Daalder, N. Schadee, W. Boon, T. Guiran en M. van Trierum, ISBN: 978-815390-1-2

[2] Nieuwe verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, 1989 M.J. van Lieburg en H.A.M. Snelders, ISBN: 90-5183-088-2